Tuin

Akelei, de perfecte maar taaie tuinnomade

Als je in de lente in de Engelse tuinen gaat kijken, zul je veelvuldig de Aquilegia vulgaris oftewel Akelei tegenkomen. Onze buren op het eiland aan de overkant van het Kanaal houden wel van deze voorjaarsbloeier. Dar is ook niet zo gek want het zijn een mooie tuinplanten die zichzelf kunnen uitzaaien en steeds op andere plaatsen opkomen. De Akelei wordt ook niet voor niets een nomade genoemd. De wilde vorm van de plant heeft altijd donkerblauwe bloemen en komt in ons land en België nog sporadisch voor. In de Ardennen en zeer zelden in Limburg is het nog mogelijk om een echte wilde Akelei aan te treffen. In andere delen zijn ‘wilde’ Akeleien’ ontsnapte tuinplanten.

Zaaien en uitplanten
De Akelei bloeit pas een jaar na het uitzaaien en is niet wintervast. De meest eenvoudige manier is om ze in de zomer in een kweekbak of in potten uit te zaaien. De sterkste exemplaren kunnen dan begin najaar worden uitgeplant. De kans is groot dat je dan in het voorjaar gaan bloeien. De Akelei is niet kieskeurig als het op de bodem aankomt. Gewone tuingrond is al goed genoeg, een beetje zanderig mag best en mocht de grond humusrijk zijn, dan is de Akelei meteen helemaal in zijn element. De Akelei is ook op andere punten niet echt veeleisend. Omdat deze nomade zichzelf kan uitzaaien is wel duidelijk waar de voorkeur naar standplaats naar uitgaat. Als de Akelei het voor het uitkiezen heeft, neemt deze een plaats waar de zon in de ochtend schijnt, maar waar schaduw is op het heetst van de dag. Het is dus aan te bevelen om de plant meteen maar op een gewilde plek uit te planten.